18-2-2019: Daling daggas | NIFE Energieadvies

18-2-2019: Daling daggas

Daling van de gasprijs is gestopt en de koers beweegt zich nu voornamelijk zijwaarts. Algemeen wordt aangenomen dat de oorzaak te vinden is in de lichte stijging van de olieprijzen omdat de aanvoer van gas zeer ruim is in de vorm van pijpleidinggas uit o.a. Noorwegen en Rusland en de aanvoer van LNG gas. Ook zijn de temperaturen te mild geweest om de gasbergingen te legen, deze zijn nauwelijks aangesproken. De prijs voor de korte termijn, het daggas is echter wel gedaald en bevindt zich inmiddels in de 17 cent per m³.

Uit het jaarverslag van GasTerra blijkt dat er afgelopen jaar door GasTerra 8,8 mrd kuub gas geïmporteerd is uit andere landen, hoofdzakelijk uit Noorwegen en Rusland.

De vraag naar gas zal de komende jaren fractioneel afnemen, terwijl de gaswinning fors achteruit gaat. De inzet van gascentrales zal het volgende decennium mogelijk toenemen om de elektriciteitsvoorziening veilig te stellen nu kolencentrales zullen verdwijnen, blijkt uit het jaarverslag. Nederland zal de komende jaren nog vele miljarden kubieke meters aardgas moeten produceren en importeren om de gasvoorziening veilig te stellen, momenteel is Nederland nog voor ongeveer 40% van zijn energiebehoefte afhankelijk van gas, aldus het jaarverslag.

Elektriciteit

De koers van elektra voor de korte en lange termijn is dalende. De lange termijn daalt door de zwakke vraag naar kolen en de gedaalde prijs voor CO2 emissierechten. Voor de korte termijn zijn de prijzen op een lager niveau aangekomen door de lage vraag naar elektra en het ruime aanbod, doordat alle productiefaciliteiten zonder tegenslag kunnen leveren.

De opwek van groene energie wordt per jaar steeds meer in volume maar kan zeker nog niet aan de vraag voldoen. Green Energy Day, de dag dat alle groene energie geproduceerd in een jaar ‘op’ is en we overschakelen op fossiele energie, viel dit jaar op 6 februari. Dat is twee weken later dan vorig jaar. Naar verwachting wordt 10,3 procent van de Nederlandse energievraag dit jaar gedekt met hernieuwbare energie, vooral dankzij zon, wind en biomassa. In tijd uitgedrukt komt 10,3 procent overeen met 37 dagen van het jaar. Als we alleen naar elektriciteit zouden kijken, in plaats van naar alle energie, dan schakelen we pas op 15 maart 2019 over op grijze stroom. In 2030 zou de Green Electricity Day zelfs al ver in het najaar vallen, dankzij plannen in het ontwerp-Klimaatakkoord.

Olie

Oliehandelaren zijn gaan geloven in een handelsakkoord tussen Amerika en China. De Presidenten van beide landen zijn hiervoor verantwoordelijk, ze hebben positieve berichten verspreid via de media. De leider van de Amerikanen is echter nauwelijks te volgen en kan op elk moment van de dag veranderen van standpunt.

De voorraden zijn afgelopen week groter geworden in Amerika, en de verwachting is dat de voorraad nog even blijft groeien omdat er momenteel minder vraag naar olie is doordat de raffinaderijen aan het overschakelen zijn van winter- naar zomerbenzinemengsels.

De EIA heeft haar vooruitzichten voor de wereldwijde vraag naar olie in 2019 naar beneden bijgesteld. In feite voorspelt de EIA dat de wereldwijde olievoorraden in 2019 met 400.000 vaten per dag zullen toenemen. Ook de OPEC heeft neerwaartse bijstellingen van haar prognoses gepubliceerd. De olieprijzen stegen ondanks dit sombere economische nieuws, waarschijnlijk omdat de Saoedische minister van olie, Khalid al-Falih, aankondigde dat Saoedi-Arabië van plan is de olieproductie zeer drastisch te verlagen.

Dit roept de vraag op of Saoedi-Arabië de rol van een variabele producent probeert te spelen en zijn eigen productie terug te schroeven om te voorkomen dat de olieprijzen te sterk dalen. Dit was een strategie die Saoedi-Arabië in de jaren tachtig van de vorige eeuw onder leiding van de toenmalige olieminister Zaki Yamani volgde. In plaats van alle OPEC-leden in te schakelen om tegelijkertijd de productie te verlagen, probeerde het Koninkrijk de prijzen te verhogen door de olieproductie eenzijdig te verlagen.

Het besluit kwam destijds echter niet ten goede aan Saoedi-Arabië en het resultaat was dat het land veel geld verloor. Dat mislukte experiment was de belangrijkste drijfveer achter Ali al Naimi’s weigering om de productie in 2014 te verminderen, toen hij niet de medewerking van andere landen, waaronder niet-OPEC-landen kon krijgen. In 2014 weigerde Naimi, die van 1995 tot 2016 minister van olie was, Saoedi-Arabië alleen de last van de productieverminderingen te laten dragen.

Als Saoedi-Arabië probeert op te treden als de variabele producent, dan creëren ze een groot probleem voor zichtzelf omdat de Verenigde Staten in staat lijkt te zijn om eventuele leemten in de markt op te vullen die het gevolg zouden zijn van bezuinigingen in Saoedi-Arabië. Saoedi-Arabië is op de hoogte van de mogelijkheden van de V.S., dus tenzij er een technische reden is voor de geplande productieverlagingen in het Midden-Oosten, is het niet waarschijnlijk dat het Koninkrijk in april verdergaande bezuinigingen zal doorvoeren. Het is ook onwaarschijnlijk dat Saoedi-Arabië de oliekraan verder zal dichtdraaien, aangezien Rusland zijn beloofde vermindering op de laatste OPEC+ bijeenkomst in december nog niet heeft gehaald.